Basisbegroting

Volksgezondheid en milieu

Financieel terugkijken

Lasten per taakveld

Werkelijk

Begroting

Begroting

2021

2022

2023

7 Volksgezondheid en milieu

7.1 Volksgezondheid

3.044

2.882

3.274

7.2 Riolering

8.713

8.715

10.196

7.3 Afval

7.185

7.412

7.761

7.4 Milieubeheer

3.836

4.475

2.982

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

408

473

441

Totaal lasten

23.185

23.957

24.653

Bedragen x 1.000 euro

Baten per taakveld

Werkelijk

Begroting

Begroting

2021

2022

2023

7 Volksgezondheid en milieu

7.1 Volksgezondheid

-54

-

-

7.2 Riolering

-10.747

-11.075

-12.936

7.3 Afval

-8.971

-9.916

-10.347

7.4 Milieubeheer

-452

-1.226

-

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

-412

-423

-442

Totaal baten

-20.636

-22.641

-23.725

Bedragen x 1.000 euro

Saldo per taakveld

Werkelijk

Begroting

Begroting

2021

2022

2023

7 Volksgezondheid en milieu

7.1 Volksgezondheid

2.989

2.882

3.274

7.2 Riolering

-2.033

-2.360

-2.741

7.3 Afval

-1.786

-2.504

-2.586

7.4 Milieubeheer

3.384

3.249

2.982

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

-4

49

-1

Totaal saldo

2.549

1.316

928

Bedragen x 1.000 euro

Verschillen

7.1 Volksgezondheid
Het verschil bij de lasten wordt verklaard door de gewijzigde bijdrage aan SamenTwente op basis van de vastgestelde begroting 2023 (209.000 euro) en doordat er voor de pilot Wijk-GGDér voor de periode 2023-2025 een bedrag van 180.000 euro is geraamd.

7.2 Riolering
De begroting voor riolering wordt niet alleen verantwoord op taakveld 7.2. Zo moeten de lasten voor kwijtschelding op grond van het BBV bijvoorbeeld verantwoord worden op taakveld 6.3 Inkomensregelingen en worden de toerekenbare overheadkosten verantwoord op taakveld 0.4. In de paragraaf lokale heffingen van deze begroting is een totaaloverzicht opgenomen. De begroting 2023 is aangepast conform de jaarschijf 2023 van het Programma Water en Riolering 2022-2026. De verhoging van de lasten wordt vooral veroorzaakt doordat vanaf 2023 grootschalige renovaties via relining worden uitgevoerd.

7.3 Afval
De begroting van afval wordt niet alleen verantwoord op taakveld 7.3. Zo moeten de lasten voor kwijtschelding op grond van het BBV bijvoorbeeld verantwoord worden op taakveld 6.3 Inkomensregelingen en worden de toerekenbare overheadkosten verantwoord op taakveld 0.4. In de paragraaf lokale heffingen van deze begroting is een totaaloverzicht van de afvalbegroting opgenomen. Op dit taakveld laat de afvalbegroting ten opzichte van 2022 een stijging van 431.000 euro zien. Deze hogere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door prijsstijgingen met betrekking tot de inzameling en verwerking van afval.
Het verschil aan de batenkant wordt verklaard door de indexatie van de afvalstoffenheffing met 2% en een hogere onttrekking uit de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing dan in 2022 (245.000 euro).

De egalisatievoorziening afval bedraagt eind 2022 naar verwachting 1,3 miljoen euro. In 2023 wordt op begrotingsbasis een bedrag van afgerond 1,03 miljoen euro onttrokken aan de voorziening afvalstoffenheffing. Dit betekent dat de voorziening vanaf 2024 naar verwachting niet meer toereikend zal zijn om op basis van de huidige beleidsuitgangspunten en tarieven het tekort in de afvalbegroting af te dekken. In 2023 beraden wij ons daarom op het afvalbeleid en zullen wij een voorstel doen hoe wij hiermee om zullen gaan.

7.4 Milieubeheer
In 2022 zijn er incidenteel Rijksmiddelen beschikbaar gesteld voor de energietransitie en zijn er daarnaast incidentele middelen beschikbaar gesteld voor een afkoopregeling bodemverontreiniging. Dit verklaart de hogere baten in de begroting 2022 ten opzichte van 2023. De middelen zijn administratief toegevoegd aan een meerjarig incidenteel project en blijven zo voor meerdere jaren beschikbaar. Dit verklaart dan ook tevens de hogere lasten. Het budget voor het programma Duurzaamheid bedraagt 200.000 euro in 2022. De programmamiddelen 2023-2026 zijn in deze begroting (nog) centraal geraamd op taakveld 0.4.

Verder is op 31 december 2020 het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 afgelopen. De verlaging van de decentralisatie-uitkering bodemsanering is vanaf de programmabegroting 2020 taakstellend op dit taakveld verwerkt. Het gaat om een bedrag van 135.000 euro in 2022 en vanaf 2023 225.000 euro structureel. Mede als gevolg van het uitstel van de Omgevingswet is op dit moment nog niet duidelijk hoeveel middelen gemeenten vanaf 2022 ontvangen voor bodemtaken.

Deze pagina is gebouwd op 01/24/2023 11:54:13 met de export van 01/24/2023 10:59:27